de laatste kolen
Het is tijd. Tijd om afscheid te nemen van haar kool. Het voorjaar is in volle vreugde begonnen. De zon schijnt. Haar neus is al bijna verbrand. Het Meisje wil geen kolen meer eten. Kool is winter. Kool is kou. Kool is zware kost. Het Meisje is er gek op, maar ze heeft er nu toch echt even genoeg van. Het is waar, de laatste kolen stonden er een beetje woest bij op haar tuin. Ze had de mooiste kolen er al van afgehaald. Wat resteerde was een allegaartje van goed en minder goed gelukte restanten. Deze moesten plaats maken, want deze kolen moeten plaats maken voor bloemen.
Kool kweken
Ze vindt kool best moeilijk om te kweken.Goed, dat is een beetje te algemeen. Het Meisje heeft voor het gemak alle kolen op een hoop gegooid. Deze familie is namelijk behoorlijk uitgebreid en loopt van rucola en radijs, via rapen, paksoi en koolrabi, tot de bekende grote kolen als boerenkool of witte kool. Allemaal familie van de kruisbloemen: brassicaceae. Dat had je vast niet verwacht. Zeker rucola wordt vaak voor bladgroente aangezien, maar zodra je de Latijnse naam Brassica op een pakje zaad of plantenlabel ziet staan, heb je te maken met een bloedverwant van deze enorme familie.
Een uitgebreide familie kolen
Rucola en radijs zijn de gemakkelijkste gezinsleden. Mits je direct in de aarde zaait en de planten genoeg ruimte geeft. Rapen, raapstelen en koolrabi zijn ook niet al te moeilijk. Van de grote kolen zijn palmkool en boerenkool het gemakkelijkst. De echte lastpakken in de familie zijn de bekende koolsoorten. Witte -, rode -, spitskool en savooiekool. Dit zijn allemaal sluitkolen. Sluitkolen zijn de rupsjes nooitgenoeg van de moestuin. Ze willen van alles veel èn op het juiste moment.
Grond
Het tuinMeisje begint er echter niet meer aan. Ze heeft ook niet de juiste grond voor deze leden van de familie. In haar vorige tuin ging dat gemakkelijker. Daar tuinierde ze op zware Noord-Hollandse klei. De zanderige duingrond van haar huidige moestuin is echter met geen mogelijkheid geschikt te maken voor sluitkolen. Heel af en toe zit er een gelukt exemplaar tussen, maar dat succes is haar te mager. Daarvoor is haar tuin te klein.
Gemakkelijke kolen
Dit jaar richt ze zich op de makkelijkere types rucola, mizuna en raapstelen als bladkolen. Meirapen en een bijzondere blauwe koolrabi als kleine kooltjes. Van de grote soorten teelt ze alleen nog boerenkool en cavolo nero. Palmkool in het Nederlands. Vooral deze laatste was een succes en ook nog eens een feest voor het oog. Niet onbelangrijk in de tuin van het Meisje.
De nog niet geopende bloemknoppen van de verschillende kolen at ze tijdens het werken op de tuin. Deze zijn heerlijk zoet.
Van het allegaartje aan kolen heeft ze heerlijke koolchips gemaakt. Zo zijn zelfs de laatste kolen nog helemaal bruikbaar. Geen restje blijft onbenut. Goed bezig. Al zegt het Meisje het zelf.
Meer informatie over het kweken van cavolo nero lees je in dit blog.
Pingback: kimchi van restjes groente - de Meisjes van de Moestuin