de moestuin omspitten, of toch niet

de moestuin omspitten, of toch niet

Het tuinMeisje krijgt een grotere moestuin. Dat lijkt haar een prachtige start van een nieuw jaar. Er groeit echter nogal wat onkruid in de nieuwe tuin. Nu staat ze voor de vraag. Zal ze de moestuin omspitten, of toch niet. In de tijd dat ze als vrijwilligster op een biologisch, dynamisch, kinetisch, ecologisch en idealistische tuinderij werkte kon men daar hele bomen over opzetten. Figuurlijk dan. Er werkten oudere tuiniers, geiten wollen sokken, studenten van de landbouwhogeschool in Wageningen en aanhangers van de permacultuur. Dan heb je alle moestuin stromingen wel zo’n beetje bij elkaar. Voor de oudere tuiniers is twee spaden diep spitten voor de winter zo logisch als het opkomen van de zon. Zo maken ze de moestuin winterklaar. Voor de aanhangers van de permacultuur is spitten absoluut onnodig en overbodig. Maak tussen deze twee uitersten dan maar eens je keuzes.

Als de grond hard en verdicht is, schijnt spitten onontkoombaar te zijn. Het tuinMeisje tuiniert echter op zandgrond. Geen reden dus om een spade in de grond te steken. Het omspitten van de moestuin zou de bodemstructuur teveel aantasten. Dat klinkt niet goed. Daarnaast zou het bodemleven in de war te raken van al dat gespit. Oei, dat klinkt nog minder gezellig. Alle beestjes en bacteriën die normaal gesproken aan de oppervlakte leven en voor de vruchtbaarheid van de grond zorgen, komen onderop terecht. Dat wil het Meisje natuurlijk niet.

Het tuinMeisje vindt het alternatief echter ook niks. Niet spitten betekent dat de tuin afgedekt moet worden met plastic of met karton en dat het Meisje moet wachten tot het onkruid dood gaat. Ze heeft het anderen wel zien doen op het moestuincomplex maar het Meisje is ook erg van de esthetiek. Ze vindt het geen gezicht al die stukken karton die daar een half jaar de bodem liggen te ontsieren. Bovendien heeft ze helemaal geen tijd om 6 maanden te wachten. Wachten is nu eenmaal niet haar sterkste kant. Ze wil tuinieren.

Het tuinMeisje besluit om een tussenoplossing te kiezen. Ze gaat de grond losmaken en niet spitten. Daarvoor gebruikt ze een tuinvork. Die steekt ze in de grond om deze vervolgens heen en weer te bewegen, totdat de grond los is. Even verder op steekt ze de vork weer in de grond en herhaalt ze het gewiebel. Ze ziet nu dat de wormen gemakkelijk kunnen vluchten en niet worden onthoofd. Dat wordt in de boze buitenwereld al genoeg gedaan. Bovendien kan ze al het onkruid en de wortelstelsels die ze intussen tegenkomt er met de hand uit trekken. Het grote voordeel van zandgrond. Als deze klus klaar is strooit ze een laag compost over de grond en laat ze de boel even de boel totdat de eerste plantjes de grond in kunnen. Best wel makkelijk eigenlijk.

 

 

 

pinterest

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *