je moestuin inrichten in 4 stappen
Het weer is in de war. Het tuinMeisje ook. De ene dag windstil en zonnig. De andere dag stevige vorst met een snijdende wind. De ene dag zit ze als een prinses met een kopje koffie in de zon. Drie dagen later kan ze achter in haar tuin op schaatsen stappen en door de stad zwieren.
Het is voorjaar. Haar handen jeuken. Ze wil de tuin in en wel nu. Maar ze moet rust betrachten. Het liefst wil ze al haar moestuinbedden op de schop nemen zodat alles er weer fris en vrolijk bij ligt voor het nieuwe seizoen. Maar ze moet wachten. De Siberische beer verrast ons dit jaar steeds weer.
Rest het tuinMeisje niets anders dan te schrijven over haar tuin. Je uit te leggen hoe je heel gemakkelijk je eigen moestuin kunt ontwerpen. Met het stappenplan van De Meisjes.
Ben je er klaar voor?
Je moestuin inrichten in 4 stappen
Stap 1: Kies
Bepaal wat je wilt kweken. Ga los. Houd je niet in. Kweek wat je lekker vindt. Kweek wat je mooi vindt. Het zal niet allemaal in 1 keer lukken, maar tuinieren leer je door het te doen. Bestel zaden of acteer als een man. Echte mannen zaaien niet.
Stap 2: Gewasindeling
Nu je alle zaden in huis hebt, is het zaak om rekening te houden met de verschillende groente families. Dit is het meest technische deel, maar zelfs dat maken De Meisjes gemakkelijk voor je.
Moestuinplanten zijn onder te verdelen in 6 families: wortelgewassen, stengelgewassen, bladgewassen, koolgewassen, vruchtgewassen en peulgewassen.
Duizelt het je? Gebruik het volgende ezelsbruggetje:
Stel je jezelf voor hoe een plant groeit.
Iedere plant begint met een wortel. Dit is de eerste familie. De wortelgroentes groeien onder de grond. Wortel, rode biet, pastinaken of schorseneren zijn overheerlijke representanten van deze familie.
Vervolgens heeft de plant een stengel. Dit is de 2e familie. Denk bij deze familie aan bleekselderij, asperges of prei.
Daarna volgen de bladeren van de plant. Dit zijn alle bladgroentes zoals spinazie, sla, postelein of snijbiet.
Later volgen de bloemen van de plant. Dit kunnen eetbare bloemen zijn, maar ook bloemkool, broccoli of spruitjes. Dit zijn tenslotte ook de bloemen van de plant die je eet.
Nadien vormt de plant een vrucht. De vruchtgewassen. Hierbij kun je denken aan komkommer, pompoen of courgettes. Of fruit. Bessen in alle kleuren, maar ook aardbeien of frambozen.
Tenslotte vormt een plant zaden. Dit zijn de peulgewassen. Tuinbonen, snijbonen, maar ook kapucijners en soja bonen.
Stap 3: Geef elke familie zijn eigen plek
Maak voor elke familie een aparte plek of bak in de tuin. Zet je de families door elkaar heen dan heb je kans op ruzie. Een familie leeft meestal goed samen. Dat geldt ook voor je groentefamilies. Bovendien is de hele familie vaak gevoelig voor dezelfde ziektes en insecten. Als ze allemaal bij elkaar staan maakt dat de bestrijding een stuk gemakkelijker. Heerlijk die hokjes. Net als de hokjesman.
Stap 4: Zorg voor vruchtwisseling
Laat elke familie elk jaar van plek wisselen. Altijd met de klok mee. Zo staat een gewassoort nooit 2 jaar in dezelfde grond waardoor er minder kans is op ziektes, insecten of uitputting van de grond. Bovendien stelt de hele familie vaak dezelfde eisen aan de bodem. Een beetje meer of minder mest is per bak heel gemakkelijk bij te houden.
Gemakkelijk toch?
Met het 4 stappen plan van De Meisjes kan iedereen een moestuin beginnen. En gemak? Daar zijn De Meisjes gek op. Gemak dient De Meisjes.
Ben je op zoek naar verdieping van je kennis omtrent het inrichten van een moestuin? Dan is dit jouw blog.
hoogte in de moestuin
