Oost-Indische kers
Een kind kan de was doen. Dat geldt bij uitstek voor de Oost-Indische kers. Maar eerst even dat kind. Het blijft toch een vreemde uitdrukking: een kind kan de was doen. Welk kind doet nu eigenlijk de was? Het tuinMeisje heeft nooit een kind gehad dat de was deed, hoewel haar dat altijd wel heel erg handig heeft geleken. Maar ook bij vriendinnen zie ik kinderen nooit de was doen. Ja, kinderen doen heel veel in de was, maar dat is weer wat anders.
Terug naar de Oost-Indische kers. Stel dat je helemaal geen groene vingers hebt en al het groen in jouw tuin binnen de kortste keren zieltogend staat weg te kwijnen: zaai dan Oost-Indische kers. Succes verzekerd. Zonder enige hulp of toevoeging gaat hij zijn eigen gang. Elke grondsoort is goed zolang hij niet met zijn voeten in het water staat. Mest vind hij zelfs een overbodige luxe. Koop je een soort die niet klimt dan heb je binnen de kortste keren een bos van 40 cm2 staan. Het tuinMeisje zelf vind de klimmende soort de leukste. Die klimt overal tegenop. Zelfs als er niets in de buurt staat waar de Oost-Indische kers zich aan op kan trekken dan zoekt hij over de grond verder totdat hij ergens anders zijn eigenwijze gang kan gaan. Een feest om te zien.
Bovendien is het een plant waaraan alles klopt, een lust voor het oog. Als door een designer ontworpen ronde bladeren, kleurrijke bloemen in elke gradatie via geel, naar oranje en bijna zwart. En het allerfijnste: alles aan de Oost-Indische kers is eetbaar en zit vol met vitamine C. Bladeren, bloemen en onrijpe zaden. Alle onderdelen kunnen in de keuken gebruikt worden. De bladeren eet je door de salade of als je van pittig houdt, eet je het blad als salade. De smaak doet denken aan rucola, waterkers of mierikswortel. De bloemen strooi je als een pittig accent over je gerechten en van de onrijpe zaden maak je kappertjes door ze met kruiden in te leggen in azijn.
Maar ja, een tuinMeisje wil natuurlijk meer. Ook dan moet je bij de Oost-Indische kers zijn. Deze is onmisbaar in de moestuin. Doordat de plant luizen aantrekt, blijft je andere groente luizenvrij. Als dat toch geen bonus is. Het betekent natuurlijk wel dat je de bladeren met luis niet meer kunt eten, maar de kers maakt zoveel blad aan dat er meer dan genoeg overblijft. Wil je dit gewas medicinaal gebruiken? Zelfs dat kan. Zoek op geneeskrachtige werking van Oost-Indische kers of Tropaeolum majus (wat de Latijnse benaming is) en je vindt een waslijst aan heilzaamheid. Beter krijg je het niet.
Er is één nadeel aan de Oost-Indische kers. Hij is niet winterhard. Zodra de eerste nachtvorst zich aandient geeft hij het op. Kwijnt weg en verdwijnt. Gelukkig geldt dit niet voor de zaden. Die doorstaan de winter glansrijk. Ze overwinteren onderaan de voet van de plant waardoor zelfs het zaaien je uit handen wordt genomen. Volgend jaar vormt hij weer een nieuwe plant vol vrolijkheid. Daar komt zelfs geen kind meer aan te pas.
Pingback: favorieten van de Meisjes: nuttige bloemen in de moestuin - de Meisjes van de Moestuin
Wat een fijne blog. Heerlijk al die info voor eigenkweek op je bord.. en in je glaasje niet te vergeten.
Dank voor je compliment. Dat vinden we leuk om te horen. Geniet van al het lekkers. Dat doen we zelf ook.