rozen plukbrood van de Meisjes van de Moestuin
De roos is echt één van de lievelingsbloemen van het keukenMeisje. Sowieso alle bloemen die geuren. Toen het Meisje voor het eerst echt zelfstandig ging wonen had ze een huisje midden in de stad met een plaatsje. Ja heus, een echt buiten! Helaas op het noord-oosten en omringd door zulke hoge gebouwen dat zelfs de meest schaduwrijke planten bezweken. De zwammen deden het daar echter goed. Maar daar zijn de Meisjes niet van gecharmeerd, tenzij op het keukenbord. Toen er dus verhuisd ging worden zei het Meisje tegen de Man van de keuken: alles best, maar alleen als er een tuin komt waar bloemen bloeien! Het Meisje kreeg haar zonnige tuintje. Ze zette het propvol met alles wat Meisjesachtig was en geurde. Rozen, lavendel, salie, het was een heerlijke tuin. Natuurlijk totaal ongestructureerd, dus het grootste gedeelte van het jaar was er weinig te beleven maar in de zomer was het er propvol met bloemen die elkaar verdrongen en streden om de meeste aandacht. Het Meisje heeft de tuin al ettelijke malen veranderd en op dit moment is er weinig meer over van de oorspronkelijke beplanting. Alleen nog de klimrozen zijn van het eerste uur. Inmiddels dikke stammen die trossen bloemen geven, van mei tot december! In de zomer knipt het Meisje de bloemen om in een vaas op tafel te zetten. Het tuinMeisje maakt er jam van (kijk maar, we hebben het recept voor rozenjam al gegeven!). En nu had het keukenMeisje eindelijk wat rozenblaadjes gesuikerd ter decoratie. Maar ter decoratie van wat? Ze heeft het bedacht: een rozen plukbrood van de Meisjes van de Moestuin! Een zoet brood met rozenjam, roze perensuiker en gesuikerde rozenblaadjes. Een echt brood voor zoete Meisjes.
Dit heb je nodig voor het brood:
150 ml melk – 7 gram gedroogde gist – 100 gram + 2 theelepels fijne suiker – 350 gram bloem- 1 ei – 75 roomboter op kamertemperatuur – 1 theelepel vanille extract – 1 theelepel kaneel – snufje zout
Voor de vulling:
50 gram rietsuiker – 50 gram perensuiker – rasp van 1 citroenschil – 2/3 eetlepels rozenjam – 50 gram pistachenootjes
Decoratie:
1 losgeklopt ei – eventueel gesuikerde rozenblaadjes – perensuiker
Verwarm de oven voor op 220 graden. Vet een kleine springvorm (18cm) inzet boter en bekleed de bodem met bakpapier. Verwarm de maak in een pannetje tot lauwwarm en los de gist en suiker erin op. Doe in een mengkom de bloem en giet daarbij het melkmengsel, ei, boter in stukjes, suiker, snufje zout, kaneel en vanille-extract. Kneed in 10 minuten tot soepel deeg. Dek dan af met folie en laat 30 minuten rijzen.
Vulling:
Rol het deeg uit tot een grote rechthoekige lap. Besmeer met de rozenjam, maar zorg dat je dat niet te dik doet, anders wordt het deeg te vochtig en bakt het niet gaar! Je kunt er ook voor kiezen om slechts de bovenkant in te smeren. Daarna bestrooi je de lap deeg met de rietsuiker, citroenrasp, de pistachenootjes en de perensuiker. Rol dan de lap op en snijd in 8 gelijke stukken. Zet ze rechtop in de springvorm. Houd enige ruimte tussen de stukken deeg want ze rijzen nog door en zetten dus uit! Dek weer af met folie en laat nog 30 minuten rijzen.
Als het deeg gerezen is bestrijk je het met het losgeklopte ei. Besprenkel er nog een klein beetje extra perensuiker over voor het mooie. Zet het brood in het midden van de oven en verlaag de temperatuur naar 200 graden. Bak het brood ongeveer in 50 minuten gaar. Laat afkoelen en garneer met de rozenblaadjes.
Rozenblaadjes suiker je door ze door een geklopt eiwit te halen wat net niet stijf is. Daarna haal je n blaadje door fijne kristalsuiker. Je laat de blaadjes op een rekje in de zon drogen. Afgedekt kun je ze wel een paar weken bewaren voor gebruik.