arancini met erwtjes, munt en citroen
De Meisjes zijn best ijdel. Niet overdreven, maar ze lopen er graag een beetje verzorgd bij, maar dat blijkt elke keer weer moeilijker dan verwacht. Zo vergeet het tuinMeisje standaard de tijd wanneer ze aan het werk is op de tuin. En zo kon het gebeuren dat ze op weg naar een belangrijke zakelijke afspraak rook naar koemest in plaats van naar een verfijnd parfum.
Het keukenMeisje is zo mogelijk nog erger. Haar halve garderobe heeft vetvlekken, meestal op borsthoogte. De geur van masala en knoflook blijft om haar heen hangen, en wordt hooguit vervangen door de geur van hetgeen er op dat moment aan het pruttelen is op het fornuis. Ze kunnen het wel hoor, de Meisjes, er verzorgd uitzien. Maar het is geen sinecure om zonder rouwnagels, vlekkenvrij en geurend naar madeliefjes te verschijnen.
Zo anders is het keukenKind. Zij weet van concealers, make-up technieken, wimperkrullers en meer. En vanwege dat meer had het keukenMeisje een overschot aan rijst. Blijkbaar gaat je haar mooi glanzen van een spoeling met rijstwater. Het ruikt in ieder geval beter dan een lading mest in je haar. En als bonus kun je van de rijst deze arancini met erwtjes, munt en citroen maken.
Voor ongeveer 16-20 arancini met erwtjes, munt en citroen
400 gr afgekoelde gekookte witte rijst (ongeveer 150 gram ongekookt) – 200 gr doperwtjes – fijn geraspte schil van 1 citroen – bosje munt – 150 gr Parmezaan geraspt – 150 gram mozzarella geraspt (van die goedkope) – 3 of 4 eieren – 125 gr paneermeel of Panko– 100 gr bloem – peper en zout – 1 liter arachide – of zonnebloemolie om te frituren
Het lekkerste is om deze rijstballetjes te maken met een restje risotto. Maak je ze echter net zoals wij van pure witte rijst, let er dan op dat je ze goed genoeg op smaak brengt.
Blancheer de doperwtjes in kokend water in 1 tot 2 minuten. Giet ze af en laat uitlekken. Was de munt, droog en snij fijn. Meng in een kom de rijst met de citroenschil, de gesneden munt, flink peper en zout, de Parmezaan en Mozzarella en de doperwtjes. Klop in een kommetje 1 ei los en meng door het rijstmengsel. Als je rijstmengsel niet voldoende bindt , klop dan het 4e (extra) ei los en voeg een beetje ei toe. De rest van het ei kun je gebruiken om de balletjes te paneren.
Rol er balletjes van die iets kleiner zijn dan een bitterbal. Doe 100 gr bloem met wat zout in een kom, 2 geklutste eieren in een andere kom en in de laatste kom doe je paneermeel of Panko.
Doop elk balletje eerst in de bloem, daarna door het ei en rol als laatste door het paneermeel. Zet de arancini apart op kamertemperatuur en niet in de koelkast als je ze direct wilt gaan bakken.
Herhaal nu bovengenoemde stappen voor de arancini nog een keer. Zo krijgen ze een fijne krokante korst en heb je minder kans dat de vulling er tijdens het bakken uitloopt.
Verhit de olie tot 190 graden in een middelgrote pan. Bak de arancini in porties ( ongeveer 4 tegelijk) in 4 tot 5 minuten goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier en serveer met aioli of citroenmayonaise met een snippertje basilicum.
Verse doppers zijn ook heerlijk in deze primavera pasta. Maak af met wat snippertjes citroen en wat fijngesneden basilicum.