de lathyrusprinses
Naast het meisje woont een lathyrusprinses. Deze prinses krijgt het ieder jaar voor elkaar om de mooiste lathyrussoorten op te kweken in de vensterbank. Als je wel eens lathyrus hebt geroken, dan weet je dat je die bloemen ook wilt hebben. Lathyrus ruikt zoet, zacht en prikkelend tegelijk zonder dat de geur je bedwelmt dus het huis van de lathyrusprinses ruikt in de zomer naar één grote bloemenzee. Lathyrus odoratus, de naam zegt het al.
Er is één probleem met het zaaien van Lathyrus: het is een moeilijke kiemer. De zaden zijn nogal hard en komen onregelmatig uit als je ze direct in de aarde laat ontkiemen. Daar zijn allerlei trucjes voor zoals de zaden voorweken in een bakje lauwwarm water, op vochtig keukenpapier laten ontkiemen, of de zaden voorzichtig stukslaan met een hamer. Het Meisje heeft in de afgelopen jaren alle trucs geprobeerd, haar zaden mishandeld, vertroeteld en verdronken, maar er is nog nooit één Lathyrus opgekomen. En dan beweert de lathyrusprinses dat ze geen groene vingers heeft…
Vlinderbloemigen
Afijn het tuin Meisje legt zich dan maar toe op een eetbaar familielid van de lathyrus en kweekt peultjes. Peultjes hebben dezelfde fragiele en vlindervormige bloemen, dus je kunt ze ook in de siertuin planten. Deze familie heeft niet voor niets de benaming vlinderbloemigen. Tijdens de bloei lijkt het vanuit de verte alsof er een hele vlinderfamilie in je tuin is komen wonen. Geheel naar eigen keuze zijn deze vlinders wit, roze of rood.
Het is alleen jammer dat peultjes niet ruiken. Ze zijn daarentegen ontzettend gemakkelijk om te kweken. Peultjes kunnen direct in de volle grond worden geplant. Zo vermijd je het gedoe met voorzaaien in de vensterbank. Ook kun je al vroeg in het voorjaar je groene onrust beteugelen, want peultjes kunnen tegen flink wat kou. Als je wilt kun je ze in februari of maart al een vingerkootje diep in de grond stoppen. Houd daarbij een centimeter of vijf tussenruimte aan. Bescherm de net opgekomen plantjes tegen muizen en vogels, want die zijn gek op dat malse verse groen. Zodra de plantjes iets groter zijn geworden kun je ze hun gang laten gaan.
Hoge en lage peultjes
Er zijn hoge en lage peultjes. Omdat het Meisje vindt dat er niet genoeg hoogte in de moestuin kan zijn, kiest zij altijd de hoge. Dit zijn rijspeulen en worden (afhankelijk van de soort) wel tot meter hoog! Als je deze peulen in je siertuin wilt kweken dan zet je ze bijvoorbeeld naast de klimroos, zodat ze gezamenlijk de hemel kunnen bestormen. Prachtig om te zien. Bij dat klimmen hebben de peultjes geen hulp nodig, omdat ze zichzelf vastzetten met fragiel lijkende, maar oersterke tentakeltjes.
Peultjes oogsten
Peultjes oogst je als ze jong en fris zijn. Naarmate ze ouder worden krijgen ze een dikkere en meer donkergroene peul en transformeren ze automatisch tot erwten. Het is namelijk dezelfde plant. Als je geen tijd hebt of met vakantie bent, dan oogst je de erwtjes uit de peul in plaats van de peultjes zelf. Gemakkelijk toch?
Peultjes hebben nog een voordeel. Net als lathyrus maakt de plant meer bloemen aan naarmate je meer oogst. Dit blijft maar doorgaan. Op een gegeven moment worden de stelen een beetje geel. Dat luidt het einde van de plant in. Trek hem dan niet meteen uit de grond, maar knip de plant zo’n 10 centimeter boven de grond af. De knolletjes die aan de wortels van de plant zitten geven namelijk nog stikstof af en dat is weer een mestsoort die andere groente nodig heeft die je kweekt vanwege het blad of de stengels. Sla bijvoorbeeld. Misschien lust de lathyrusprinses wel een kropje. Ze zal het haar eens vragen.
Wist je dat kapucijners ook familie is van de vlinderbloemigen en dat die bloemen nog mooier zijn? Je leest het in dit blog.