kropsla oogsten
Vanavond zit het Meisje weer voor de buis. Niet dat ze dat vaak doet, maar er is nieuw televisieprogramma waarin de moestuin een hoofdrol speelt. Eindelijk weer een tuinprogramma dat haar aanspreekt. En nee. Niet op de Nederlandse tv. Op de Belgische. Het Goeie Leven. Alleen van de titel wordt ze al blij.
Goede tuinprogramma’s lijken altijd van buitenlandse makelij. Tot nu toe had het tuinMeisje maar één tuingod. Monty Don van BBC’s Gardeners World. Nu heeft ze er een nieuwe held bij: Wim Lybaert
In Nederland moet tuinieren op tv altijd commercieel worden uitgebuit. Lijkt wel. Tuinen vormen een aanhangsel van klusprogramma’s. Tuinen zijn buitenkamers. Veel tegels, veel potten, veel 1-jarigen. De paar planten, die in een border worden gepoot, staan bovenop elkaar zodat het er instant goed uit ziet op tv. Daarna overlijdt de helft van de planten wegens overbevolking, maar dan is de camera alweer weg. Dat een tuin tijd nodig heeft is maar lastig voor tv makers.
Ooit was er een uitzondering: Maartens Moestuin. Kijken als je het nooit hebt gezien. Het is heerlijke tuin tv en je steekt er nog wat van op ook.
Het Goeie Leven
Nu is er dan Het goeie leven op België 1. Zes stellen gaan terug naar de natuur. De duo’s zijn niet bekend. Ze zijn aangekleed en hoeven niet op een eiland te verblijven. Wel op een onontgonnen weiland. Daar scheppen ze hun eigen paradijs. Ze eten van en uit de natuur. Ze kweken eetbaar groen, koken hiermee zonder gas of elektriciteit, vangen en bereiden hun eigen vis, vlees of kip. Dit laatste levert nog wel eens wat ongemak op. Zoveel natuur komt voor sommige deelnemers wel erg dichtbij.
In de aflevering van vorige week werd sla gekweekt. Wim Lybaert is de presentator. Een bonk van een man. Goeie kop. Het Meisje ziet hem zo druiven met blote handen tot wijn persen. Toch is er ook onverwachte romantiek. Wim vergelijkt het oogsten van sla met flirten. Het moet precies op het juiste moment in de juiste omstandigheden gebeuren. Oogst je te vroeg dan is sla nog niet sappig genoeg. Oogst je te laat dan wordt sla bitter. Niet gemakkelijk dus.
De duo’s kweekten sla. Heel veel sla. Nog nooit had het tuinMeisje zoveel soorten sla bij elkaar gezien. Zelf kweekt ze eveneens sla. Elk jaar andere soorten, maar zo te zien heeft ze nog wel wat jaren te gaan voordat ze alle varianten heeft uitgeprobeerd.
Rode kropsla kweken
Dit jaar heeft ze onder andere rode kropsla. Ze kweekt graag sla in het najaar. Sla kan namelijk prima tegen schaduw.
Sla kun je in het voorjaar en in het najaar kweken, maar sla houdt niet van echte hitte. Dan schiet de sla snel in bloei. Voor en na de zomer heb je daar geen last van. In het najaar zijn alle voorjaars- en zomergroentes geoogst en heeft het Meisje weer ruimte op de tuin. Vandaar haar voorkeur voor de nazomer.
Zaaien is niet moeilijk. Zaai de zaadjes in een rijtje. Dan zie je vrij snel wat sla wordt en wat onkruid. Bedek de zaden met een dun laagje aarde en zorg voor voldoende vocht. Na 1 tot 2 weken steken de zaailingen hun hoofdjes boven de grond. Begin niet te snel met uitdunnen. Het kan zijn dat je de opbrengst moet delen met slakken. Als de plantjes iets groter worden kun je dit alsnog doen. Het uitdunnen dan. Een kropsla heeft ongeveer 30 centimeter rondom nodig om te kunnen groeien. Na een week of 10 kun je oogsten. In het najaar kan dit iets langer duren. Dat is een beetje afhankelijk van het weer. Daar wacht het Meisje nu dus op. Het juiste moment. Wim, help!