Thaise bospaddestoelen soep
Het Meisje kan zich niet herinneren dat er bij haar thuis vroeger broodmaaltijden waren. Of een variant daarop. Haar moeder kookte altijd. Wat eigenlijk jammer is gezien het gebrek aan kooktalent van de moeder van het Meisje. Haar moeder kookte dus elke avond en altijd vers. Heel af en toe werd er gezondigd. Een frietje na een dag aan zee of een giga loempia van de plaatselijke chinees. Maar nooit werd er een pot soep opgewarmd. Blikvoer kwam sowieso niet het huis in. De uitzondering op die regel was een blik champignonragout met kerst. Jarenlang vormde het bladerdeegbakje met champignonragout het culinaire hoogtepunt van het jaar voor het keukenMeisje. Meestal gevolgd door een domper met oud en nieuw: geen oliebollen. Als je begint blijk je heel wat jeugdtrauma’s te hebben, niet? Maar goed, het Meisje weet zich ook nog een oud en nieuw feestje te herinneren waar ze als 14-jarige gezellig een wijntje mee mocht drinken. Ja, dat waren nog eens tijden, want kom daar nu maar eens mee aanzetten als minderjarige. Nee, nu moet je als puber creatief uit elke fles likeur een laagje drinken zonder dat je ouders het merken.
Maar goed, de broodmaaltijden dus. Want anders dan haar moeder heeft het Meisje af en toe echt geen zin om te koken. Ze stelde daarom op een goede zondag aan de Man van de keuken voor gewoon een bord soep te eten. Met een lekker broodje en wat kaasjes. De man vond het goed. Tomaten- of groentesoep, het maakte hem niet uit. Mocht gewoon gekocht van de Man. Hoewel… zelfgemaakte soep was toch wel veel lekkerder zei hij toch maar. Dus daar stond het Meisje voor de makkelijke maaltijd toch weer in de keuken. Thaise bospaddestoelen soep te maken. Wel heel makkelijk en snel, maar toch weer in de keuken. Koken, elke dag, net als haar moeder. Nu maar hopen dat de kinderen van het Meisje daar niet ook een trauma aan overhouden.
Dit heb je nodig voor 4 borden soep:
1 rode peper – 3 centimeter verse gember geschild of laos – 3 teentjes knoflook – 1,2 liter water – 2 bouillonblokjes – 400 ml kokosmelk – 2 stengels citroengras – 2 gedroogde citroenblaadjes – 2 limoenen – 1 a 2 eetlepels vissaus – bakje bospaddestoelen of kastanjechampignons – 1 bosuitje en wat verse koriander
Snij de peper in dunne ringetjes en de gember of laos in dunne plakjes. Pers de knoflook. Boen 1 limoen schoon en rasp de schil eraf. Plet het citroengras met een mes en snij de stengels in vieren. Doe alles in een pan met het water, voeg de citroenblaadjes en de bouillonblokjes toe en breng aan de kook. Laat een minuut of tien rustig koken. Snij ondertussen de champignons in plakjes en pers de limoenen uit. Snij het uitje in dunne ringetjes en hak wat koriander fijn. Zeef de soep en voeg daarna de champignons toe en de kokosmelk. Laat nog een minuut of 5 meekoken. Voeg vissaus en limoensap naar smaak toe. Dien de soep op in kommen en garneer met wat lente-ui en de koriander.
