tarte tartin met karamelsaus
Deze omgekeerde appeltaart had bijna bij de missers van de Meisjes mogen horen. Bijna ja. Gelukkig kwam het goed. Het is namelijk zo dat het keukenMeisje dacht een tarte tartin te kunnen maken met de gewone handappeltjes van de kindjes van de Moestuin. En dat kan dus niet want dat zijn zachte appeltjes. Zachte appeltjes geven veel te veel vocht af tijdens het bakken waardoor je deeg zacht wordt. Maar dat niet alleen, de zachte appeltjes hebben ook veel te weinig smaak om de baktijd te overleven. Niet voor niets wordt een ouderwetse appeltaart naar oma’s recept met zúre appelen gemaakt. Die behouden tenminste smaak en vorm. Laat je dus niet door gemak en luiheid verleiden zoals het keukenMeisje bijna gebeurde, maar ren nog snel even naar de winkel voor een kilootje zure handappelen. Of stuur een kind. Die lusten per slot van rekening ook graag appeltaart. Omgekeerd of niet. Verder is zo’n tarte tartin maken echt een fluitje van een cent. De Meisjes hebben het al eerder gehad over de uitspraak dat ‘een kind de was kan doen’. Dat doen kinderen dus niet, dus daarvoor hoef je geen kind te krijgen. Deze taart kunnen ze echter wél heel snel zelfstandig maken. En dat is een mooi wenkend perspectief voor de momenten dat je het liefste heel veel behang wilt hebben om ze achter te plakken.
Dit heb je nodig voor de taart:
ongeveer een kilo zure appelen, geschild en zonder klokhuis in 4en gesneden – 6 plakken bladerdeeg – 100 gram boter – 100 gram suiker
Verwarm de oven voor op 225 graden. Schil de appels en snijd ze in mooie stukken. Zet de vuurvaste taartvorm op het vuur en smelt daar de suiker in. Als de suiker begint te karamelliseren even de vorm een beetje bewegen zodat de suiker gelijkmatig smelt, voeg dan de boter toe. Leg de appeltjes tegen elkaar aan in dit mengsel en haal de schaal van het vuur.
Leg de vellen bladerdeeg op elkaar en rol uit tot de lap groot genoeg is om over de appels heen gevouwen te worden. De appels mogen niet meer zichtbaar zijn dus vouw het deeg een beetje naar binnen. Zet in het midden van de oven voor ongeveer 25 minuten. Als de taart klaar is laat je hem afkoelen. Daarna keer je de taart in één keer om op een mooi bord. Bestrijk eventueel met wat extra karamelsaus en serveer met de extra saus en een bolletje vanille ijs.
en voor de karamelsaus:
200 gram kristalsuiker – 200 ml slagroom – 50 gram roomboter – snufje zout
doe de suiker in een pan met dikke bodem. Laat smelten. Niet roeren! Je kunt wel eventueel de pan een beetje bewegen zodat de suiker gelijkmatig smelt. Roer er de boter en het zout doorheen en daarna de slagroom. Zorg dat de room op z’n minst op kamertemperatuur is, anders gaat de gesmolten suiker spetteren door het temperatuurverschil. Giet de saus over in een mooie kom en laat afkoelen.
