aardperenboerin in de stad

aardperenboerin in de stad

Ze heeft er een beetje genoeg van. Ze zit alweer op een wiebelig schoolstoeltje. Zo’n stoeltje waarop ze, voordat ze aan het dessert kan denken, al ongemakkelijk van de ene op de andere bil begint te wiebelen. Zo’n stoeltje dat duidelijk niet gemaakt is om een hele avond na te praten met een glas wijn.

De Meisjes eten in een hip restaurant waar gekookt wordt met lokale, seizoensgebonden ingrediënten. Het soort restaurant waar ze graag komen. Het is een trend in horecaland die de Meisjes toejuichen. Laten we allemaal koken met de seizoenen. Koken met ingrediënten die je om de hoek haalt. Echt. Het maakt je bewust van de jaargetijden. Bewust van de onzin om voedsel van ver te halen. Bij voorkeur is de groente dan ook nog zelfgekweekt, maar de Meisjes snappen dat niet iedereen dat kan en wil.

De moestuin in de winter

En toch is het tuinMeisje er een beetje klaar mee. Het ligt niet aan de restaurants, maar aan het tuinMeisje zelf. Als ze uit eten gaat, wil ze niet hetzelfde eten als thuis. Wortels, knolselderij, pastinaak en kool. Dat staat in de winter ook in haar eigen tuin. Dat eet ze de hele week al.

Gelukkig heeft het Meisje nog een ander knolgewas in de tuin staan, waar ze nog lang niet genoeg van heeft. Omdat het een ontzettend lekker knolgewas is. Een knolgewas dat in hippe restaurants nauwelijks op het menu staat. Ondanks het feit dat het lokaal gekweekt én in de winter geoogst wordt.

Aardperenboerin in de stad

Het Meisje droomt weg. Ziet een leven voor zich als aardperenboerin. Een aardperenboerin in de stad. Ze plant in maart eenmalig een veldje vol met knollen in goed doorlatende grond. Deze grond bemest ze met wat stikstof en kali. Vervolgens zet ze een ligstoel naast dit veldje. Daarin kan ze wachten en bewonderen, want aardperen zijn prachtig om te zien. De hoge stelen zijn imposant. De kleine gele zonnebloemen, zijn schattig in vergelijking met hun hoge benen.

Heel af en toe komt het Meisje uit haar luie stoel, als de grond echt te veel uitdroogt. Dan geeft ze wat water op haar veldje aardperen.

Vanaf het moment dat de planten afsterven kan het Meisje oogsten. Dan is het zo ongeveer november. Zelfs dat oogsten is een fluitje van een cent. Ze steekt een spitvork in de grond. Haalt deze voorzichtig omhoog. Een beetje wrikken, een beetje trekken en voilà. Daar trekt ze een hele kluit aardperen uit de grond. Voldoende om een heel restaurant te bevoorraden. Dit kan ze herhalen tot maart. Dag in, dag uit. Ze kan dus veel meer restaurants bevoorraden.

In het voorjaar beginnen de aardperen nieuwe planten te vormen, waardoor de knollen wat minder lekker worden. Dan stopt ze met oogsten.

Aardperen vermeerderen

Ze hoeft in maart niet eens nieuwe knollen in de grond te stoppen voor het volgende seizoen. Zelfs een piepklein overgebleven stukje van een knol levert alweer nieuwe aardperen op.

Ineens wordt ze wakker. Er kleeft wel degelijk een nadeel aan haar luie leventje als aardperenboerin in de stad. Ze moet in de winter haar aardperen oogsten. Ook als de koude wind om haar oren fluit. Ook als het sneeuwt. Ze weet nog niet of dit opweegt tegen een zomer lang in haar luie stoel liggen. Wel dat haar ligstoel een stuk beter zit dan dit 3e hands schoolmeubilair. Of wordt ze zelf gewoon te oud?

Zie jij dat ook zitten, zo’n leven als aardperenboerin in de stad, maar heb je alleen een balkon? Geen probleem. Hier lees je hoe het Meisje aardperen in een oude wastobbe kweekt.

aardperen

aardperen

pinterest

2 Reacties

  1. Marleen

    Ja, ik wil… ook aardperen, en lekker lui tuinieren. Maar, waar haal ik ze vandaan?

    Reageren
    1. Reny (Auteur bericht)

      Lang leve de luie tuinier! Wij kochten ze bij Vreeken. Online. Niet in Dordrecht, want lui 🙂

      Reageren

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

WordPress PopUp Plugin