corona proof winkelen in de tuin
Het is de omgekeerde wereld. Het tuinMeisje is altijd de eerste die elke griep oppakt. Als snotteraar met een allergie voor huisstofmijt is ze er altijd als eerste bij. Nu huppelt ze vrolijk door, terwijl er een verschrikkelijk virus rondwaart. Rijd ze naar haar werk, terwijl de rest van de straat vanuit huis werkt. Ze hoest niet, ze heeft geen last van luchtwegen en al helemaal geen koorts.
Het leven van het Meisje en de man gaat nog gewoon door, hoe onwerkelijk dit ook aanvoelt, totdat ook zij in isolatie moeten.
Als meisje met een moestuin ziet ze daar niet heel erg tegenop. Alle RIVM maatregelen in acht nemend kan ze gewoon naar haar moestuin. 1,5 Meter afstand betrachten is op de moestuin de dagelijkse gang van zaken. Een samenscholing op de moestuin? Dat komt nooit voor.
Maar naar de supermarkt gaan. Daar ziet ze wel tegenop.
Gelukkig kun je corona proof winkelen in de tuin. Het Meisje hoeft niet te hamsteren. Ze hoeft niet onnodig onder de mensen te zijn. Ze gaat de tuin in en eet onkruid. Inderdaad. Onkruid eten klinkt niet lekker. Klinkt jaren 70. Klinkt geitenwollen sokken. Maar het is tijd voor een revival. Je hoeft er niet voor naar de supermarkt. Je kunt gemakkelijk aan social distancing doen en het is nog gezond ook. De Meisjes maken het eten van onkruid gewoon weer sexy.
Molsla
Te beginnen met molsla. Dat klinkt tenslotte vele malen beter dan paardenbloem. Voor Fransen is het een delicatesse. Het blad van paardenbloemen. Het is lekker fris en heeft een licht bittere smaak. Molsla is rijk aan mineralen en vitaminen. Gebruik jonge bladeren. Deze zijn het lekkerst.
Zevenblad
Zevenblad is een verschrikkelijk onkruid. Het heet niet voor niets tuinmansverdriet. Hoe goed je ook je best doet, je krijgt het bijna nooit volledig uit je tuin. Heb je een dicht woekerend onkruid in de schaduw staan met zeven blaadjes aan één steeltje? Dan heb jij ook zevenblad in de tuin. Zevenblad is dan wel een verschrikkelijk onkruid, maar ook lekker en gezond. Het blad is te bereiden als spinazie.
Speenkruid
Ook dit onkruid is een drama in de tuin. Het ziet er schattig en onschuldig uit. Een laag blijvend plantje met lieve ronde blaadjes en kleine gele bloemetjes die in het voorjaar bloeien. Heb je het eenmaal in de tuin, dan kom je er niet meer vanaf. Tenzij je het opeet.
Gelukkig is van speenkruid alles eetbaar. Het blad bevat vitamine C en meng je door de sla. De bloemknopjes maak je in als kappertjes. De piepkleine ronde wortelknolletjes kun je frituren of bakken.
Maarts viooltje
Het mooiste onkruid zijn Maartse viooltjes. Ze strooien zichzelf overal uit, maar dat mag, want ze ruiken heerlijk en je kunt er ontzettend lekkere siroop mee maken.
Dit heb je nodig:
handvol Maartse viooltjes – halve liter water – 500 gram suiker
Vul een pannetje met de viooltjes. Giet hier een halve liter water bij. Doe het deksel op de pan en laat het water met de bloemen 24 uur staan. Zeef het bloemenwater en breng dit aan de kook met 500 gram suiker. Los de suiker op door goed te roeren. Laat een klein beetje inkoken en giet over in een gesteriliseerde fles.
Brandnetel
Het eetbare onkruid dat het meest met de jaren 70 wordt geassocieerd is brandnetel. En klinkt ook nu nog steeds niet sexy. Toch hoort brandnetel ook bij het boodschappenlijstje voor corona proof winkelen in de tuin. Jonge brandnetel zit vol met vitamine A, B en C.
Het keukenMeisje schreef een blog over dit superfood.
