knolselderij kweken
Het tuinMeisje droomde van erwtensoep. Niet van dat groene water uit blik. Nee, de echte. Zo’n heerlijke volle erwtensoep. Zo een waar je lepel rechtop in blijft staan. Zo een als haar moeder maakte. Vol met groente uit de tuin. Varkensvlees en rookworst van de slager. Ach ja. De erwtensoep die je moeder maakt is toch de lekkerste. Altijd.
Als je nu naar buiten kijkt lijkt dit een normale droom. Het is er de tijd van het jaar voor. Af en toe hebben we zelfs al een nachtje vorst. Het Meisje droomde echter van erwtensoep in maart. De sneeuwklokjes in de tuin waren al uitgebloeid. Meer een moment om aan lichte voorjaarsgroente te denken dan aan zware winterse kost. Een moment om te verlangen naar vers gedopte tuinbonen of jonge erwtjes. Niet naar de gedroogde en gespleten variant die in de winter wordt gegeten.
Het Meisje was met haar hoofd echter bij de lente. Ze had een zakje zaad van de knolselderij in haar handen en stond op het punt te gaan zaaien. Zo werkt tuinieren. Een moestuin is vooruit kijken. Vooruit kijken naar de winter in dit geval.
Ze probeerde te bedenken hoe vaak ze erwtensoep zou willen eten. Niet iedere week. Dat zou snel vervelend worden. Iedere maand dan? Ook niet. Daarvoor is het te lekker. Bovendien kon de vorst dan te vroeg haar plannen doorkruisen. Ze besloot dat ze elke 14 dagen wel een keer erwtensoep van haar knolselderij wilde maken.
Dat betekende dat ze om de 14 dagen knolselderij zou zaaien. Vooruit kijken is regeren in de moestuin.
Knolselderij kweken
Knolselderij kweken is niet gemakkelijk. Het is tevens een groente waarbij je oneindig veel geduld moet hebben. Knolselderij heeft veel tijd nodig. Heel veel. Het zaad van knolselderij is piepklein en moet uitgroeien tot een dikke knol. Dat is niet zomaar gebeurd.
Knolselderij zaaien
Het Meisje heeft de knolselderij in huis voor gezaaid. In een klein kasje op de vensterbank. Knolselderij ontkiemt tergend langzaam. Het geduld van het Meisje werd meteen flink op proef gesteld. En haar vertrouwen. Op het moment dat ze na 14 dagen de tweede lichting zaaide, was van de eerste groep nog geen sprietje groen te zien. Gelukkig lieten de zaden haar niet in de steek. Het tuinMeisje heeft de hele maand maart gezaaid.
Knolselderij uitplanten
Daarna startte de tweede fase. Als de plantjes eenmaal een paar blaadjes hebben kunnen ze voorzichtig overgezet worden in een potje. Heel voorzichtig.
Het grote avontuur begon vanaf half mei. Toen mochten ze buiten spelen. Zet de plantjes niet te diep. Het blad moet boven de grond blijven. Iedere knol heeft zeker 40 centimeter nodig om te groeien. Ook tijdens deze stap heb je weer vertrouwen nodig. Er is op het moment van uitplanten nog geen knol te zien. Alleen selderijblad. Dat blad wat je eveneens kent uit de erwtensoep maar je om onduidelijke redenen apart moet kopen.
Mest
Op het moment dat de knolselderij naar buiten gaat kunnen de plantjes veel mest gebruiken. Het tuinMeisje gaf haar knollen in wording een warm bedje mee van compost en koemestkorrels. Echte koemest is in de stad nu eenmaal lastig voorhanden. Verschil moet er blijven.
Dan begint het grote afwachten. De knollen houden van rust en regelmaat. Reageren gestrest op hevige wisselingen van buiten af. Dat betekent: gelijkelijk water geven, geleidelijk bemesten.
In de moestuin van het Meisje leek alles goed te gaan. Totdat de veenmol de tuin van het Meisje uitkoos om in te gaan wonen. Daar kreeg het Meisje dan weer stress van.
Knolselderij oogsten
Gelukkig lieten de veenmollen twee knollen staan. Deze twee heeft ze zo laat mogelijk geoogst want de groei van knolselderij kun je vergelijken met je pensioenopbouw. In de laatste periode zit de meeste groei. Dat haar knollen onder de grond vreemde wegen in hadden geslagen zie je op de foto. Het was niet moeders mooiste. Gelukkig maakt dat voor de smaak niet uit. Begin november heeft het tuinMeisje haar eerste knolselderij geoogst. Dat leverde verrukkelijke erwtensoep op. Vlak voor de vorst oogstte ze haar tweede. Drie keer raden wat ze daarmee gaat maken.
Pingback: knolselderijsoep met vermout en bacon - de Meisjes van de Moestuin