moeilijke bieten

Moeilijk. Voor de stukadoor die het Meisje in huis heeft is alles moeilijk. Uiteraard niet de man zelf. Hij is heel gemakkelijk. Kan met iedereen opschieten. Zijn vak misschien? Nee, dat is ook heel gemakkelijk. Dat beheerst hij als de beste. Zijn klanten, die zijn pas moeilijk. Snappen niet dat alles perfect geprepareerd moet zijn voor zijn komst. Gelukkig behoorden de Man en het Meisje niet tot dat type klanten…. dachten ze. Daar dacht de stukadoor anders over. Hier moest nog een latje. Daar moest nog wat purschuim in. En die doorgang in de muur leek ook nergens op. Zo kon hij niet werken. Natuurlijk kon hij het allemaal zelf oplossen, maar anderen waren daar een stuk beter in.

De Man en het Meisje waren de enige anderen die tot middenin de nacht in de weer waren met extra stuklatten, haakse hoeken en bussen purschuim, zodat het prinsje de volgende dag weer verder kon met zijn werk. Waren ze toch nog vergeten de stopcontacten af te plakken. Je begrijpt het al. Het Meisje kan niet wachten tot de stukadoor klaar is.

Bieten in pot

In de tuin heeft het Meisje altijd moeite met bieten. Terwijl bieten zo gemakkelijk zijn. Zegt men. Niet bij haar. Zij heeft altijd moeilijke bieten. Het is haar slechts eenmaal gelukt om bieten van normale afmetingen te kweken. Jaren geleden zaaide ze wat bietenzaad in een bloempot waar ze net een plant uit had gehaald. De aarde liet ze zitten. Ze zaaide de clusterzaden zo’n 10 centimeter uit elkaar en strooide daar een klein laagje potgrond overheen. Dat jaar oogstte het Meisje prachtige bietjes.

Enthousiast geworden wilde ze een moestuin met heel veel bietjes. Ze kunnen tegen schaduw, groeien in elke grondsoort. Ook kun je ze al klein en vroeg oogsten, waardoor je de oogst maanden kunt oprekken en meteen ruimte geeft aan de andere bietjes. Zelfs het blad van bietjes is lekker. Tenslotte natuurlijk de smaak. Het Meisje is er gek op. Houdt van dat zachte, dat aardse. Houdt van de structuur.

Moeilijke bieten

In haar tweede bietenjaar zaaide ze de bietjes thuis voor, en plantte ze, bij een hoogte van ongeveer vier centimeter, uit in de tuin. Hield de eerder genoemde onderlinge afstand van 10 centimeter aan. Helaas kwamen de zaailingen de transplantatie van huis naar moestuin nooit meer echt te boven, wat leidde tot een miserabele oogst.

Weer wat geleerd. Bietjes zaai je het beste direct in de grond. Dat deed ze uiteindelijk goed. De rest niet. Ze droomde het jaar daarop van een combinatie van rode biet met goudsbloemen. De goudsbloemen bloeien al vroeg en blijven dat de hele zomer doen. De bieten konden in de tussentijd onder de grond prachtige knollen vormen. Niet dus. De goudsbloemen slingerden en sliertten al snel over de grond. De rode bieten zagen door het enthousiaste gewoeker van de goudsbloem nauwelijks kans om zelf tot ontwikkeling te komen. Leerpunt zesentwintig. Bietjes dulden geen competitie. Moeilijke bieten? Welnee. Alleen geen verhuizing, de juiste onderlinge afstand, er niets tussen planten en genoeg water. Niet te weinig. Niet teveel.

Kalium misschien?

Onlangs las ze dat bietjes kalium nodig hebben als je tuiniert op zandgrond. Kalium zit in het as van haar houthaard. Misschien is dat de oplossing. Ze bewaart het as tot het groeiseizoen. Dan strooit ze het tussen de bieten. Volgend jaar probeert ze het nog één keer.

Het Meisje is voortaan extra voorzichtig als ergens de benaming “gemakkelijk” op wordt geplakt. Dat voorspelt meestal niet veel goeds.

Ben je benieuwd welke brandstof je moestuin nog meer nodig heeft? Lees dan dit blog eens.

brandstof voor de moestuin

brandstof voor de moestuin

pinterest

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *