Het Meisje en haar aardperen
Het Meisje en haar tuinen. Ze gaan al lang samen door het leven. Hoewel de tuinen in de loop der jaren wisselden. Evenals de tuinlust van het Meisje.
Als klein Meisje had ze een gedeelte van de tuin van haar vader tot haar beschikking. Haar vader was een verwoed tuinier. Hij had dan ook een moestuin en een keurig aangeharkte siertuin. Toch bleef er nog genoeg ruimte over. Het Meisje kreeg een stukje toegewezen waar ze mee mocht doen wat ze wilde. Ze liet het stukje grond volledig verwilderen. Ze zat liever met een boek bij de kachel.
Na twee dakterrassen in verschillende steden, was er opeens een heuse tuin. Het Meisje en de Man van toen, kochten vrij plotseling een huis. Als onderhuurder van onderhuurders bleken ze vrij weinig rechten te hebben toen hun woning plaats moest maken voor nieuwbouw. Daar hadden ze niet zo goed over nagedacht. Ook niet over inschrijving op een wachtlijst voor een huurwoning. Dus werd het een piepklein huisje middenin de stad met een grote verwaarloosde tuin. Een tuin vol met onkruid. Dat was ze gewend, dus stoorde ze zich er niet aan. Ze zette er een stoel tussen en pakte een boek.
Helianthus tuberosus
Maar het onkruid werd groot. Irritant en stekelig bovendien. Het Meisje kreeg de geest, verwijderde het onkruid en rolde grasmatten uit. Zo had ze een prachtig groen tapijt achter het huis. In dat gras stonden ineens bloemen. Best grappig eigenlijk. Zag er gezelliger uit. Misschien moest ze een stukje gras uitsnijden en er iets neerzetten? Een beetje hoogte zou ook leuk zijn op de kale groene vlakte. Ze kocht bamboe. Ze kocht een plant die zich qua afmeting prima konden meten met de bamboe. Helianthus tuberosus. De bloemen herinnerden haar aan de tuin van haar vader. Daar hadden ze ook gestaan. Stevig blad. Grote zonnebloemgelijkende bloemen op benen van een meter of twee.
De plant vermeerderde zich flink. Iedere winter haalde het Meisje een flinke kluit omhoog om deze verderop weer te planten in een nieuw, op het gras veroverde, bloemenperk. Er kwamen meer planten. Er kwamen bomen en struiken. Het gras verdween. Het Meisje werd tuinier. Fanatiek zelfs. Zo fanatiek dat de tuin om de paar jaar volledig op de schop ging. Omdat het Meisje weer iets nieuws had bedacht.
De nieuwe tuin
Het huis in de nieuwe stad moest natuurlijk weer een tuin hebben. Tot haar verrassing trof ze daar eveneens Helianthus in aan. Die moest blijven. Die kende ze al.
Het Meisje ontwierp een nieuwe stadstuin. Na een paar jaar bleek de tuin te klein voor haar hobby, maar het huis te fijn. De stad te leuk. Ze huurde een piepklein tuintje waar ze groente ging kweken. Nog beter. Eetbaar groen. Er ging een nieuwe wereld voor haar open. Toch leek die niet helemaal nieuw. In de tuin van de buren stond de haar bekende Helianthus te stralen. Wat een vreemde plek zo in de moestuin. Haar buurman was helemaal niet van de bloemen. Hij kweekte lange rijen dezelfde groente.
Het Meisje en haar aardperen
Bij navraag bleken dit aardperen te zijn. Aardperen? De buurman liet het Meisje verbluft achter. Zij die alles van tuinieren dacht te weten, zij die alle Latijnse plantnamen uit haar hoofd kent, wist niet dat ze haar hele leven al aardperen had gekweekt. Misschien lag het niet helemaal voor de hand, want van aardperen eet je de wortel. Dit zijn eetbare knollen. Lelijk, maar lekker. Toch was dit best een beetje dom. Voor een tuinier.
Het Meisje en haar aardperen. Ze gaan al lang samen door het leven.
Aardperen oogsten
De winter is de tijd om aardperen te oogsten. Ook als je aardperen in de siertuin hebt staan. Ongeveer vanaf november, als de plant afgestorven is, steek je een spitvork in de grond die je voorzichtig omhoog trekt. De knobbelige knollen raken gemakkelijk los. Verzamel de grootste want deze zijn het gemakkelijkst te verwerken. De kleintjes gooi je weer terug. Dat is je oogst van volgend jaar.
Naast al deze tuinen had het Meisje ook een moestuin op haar balkon. Dat is het onderwerp van de lezing van De Meisjes op TuinIdee 2020. Zien we je daar?
De foto van De Meisjes is gemaakt door Bert Pettersson.